Lijsttrekkersanalyse #7: Jan Peter Balkenende

Ruim vier minuten was hij ontspannen, sprak hij zelfverzekerd en gebruikte hij humor. Met overtuiging richtte Jan Peter Balkenende zich tijdens het laatste CDA-congres tot zijn achterban. Totdat hij van losse improvisatie overging naar de voorbereide tekst. Van het ene op het andere moment werd het een saai verhaal zonder enige emotionele betrokkenheid. “Denkend aan ons land,” zo sprak de premier: “zie ik niet alleen brede rivieren traag door oneindig laagland gaan, mooie dorpen, fraaie stadgezichten, indrukwekkende wolkenpartijen en striemende westenwinden…”


Het is het verhaal van de twee Balkenendes. Uit de losse pols weet hij een publiek te boeien, zeker bij besloten bijeenkomsten – wanneer er geen camera’s bijzijn. De aanwezigen zijn dan verrast dat de premier de zaal zo kan bespelen. Maar meestal zien we een andere Balkenende. Een Balkenende die spreekt in zinnen die het ene oor in en het andere oor uit gaan, vooral omdat zijn uitgeschreven teksten zijn opgesteld in formele en afstandelijke schrijftaal.

Vage formuleringen

Net als oud-premier Ruud Lubbers is Balkenende in staat om met veel woorden betrekkelijk weinig te zeggen. Zo sprak hij zich in het verleden vaak uit voor een “toekomstgericht beleid”. Dat klinkt goed. Maar inhoudelijk zegt het niet zoveel: beleid is immers per definitie toekomstgericht. Veel mensen zullen hier echter in lezen dat hij een duurzaam beleid voorstaat, of een progressief beleid. Balkenende lijkt een visie te presenteren maar doet dat bij nadere beschouwing helemaal niet.

Het is een belangrijke kwaliteit voor een minister-president. Door iets vaag te verwoorden, kun je in een coalitie iedereen tevreden houden. Iedereen kan immers zijn waarheid terugvinden in de uitgesproken woorden.

Macht

Als debater staat Balkenende statig en stijf achter het katheder en gebruikt hij rustige armgebaren, hetgeen we associëren met macht. Ook verbaal probeert hij zich vaak boven de andere partijen te zetten, door over het debat te spreken alsof hij er zelf niet aan meedoet. “Er worden hier grote woorden gebruikt”, zei hij tot twee keer toe bij de afgelopen Algemene Beschouwingen. Ook prijst hij regelmatig het debat als hij wordt aangevallen. Toen Mark Rutte even later een aanval plaatste op minister Plasterk, sprak hij: “We houden allemaal van politieke retoriek en van het debat. Dat is allemaal prima.”

Tijdens verkiezingen lijkt het keurslijf van de minister-president minder te knellen en daar geniet Balkenende zichtbaar van. Met een guitige glimlach valt hij zijn tegenstanders aan tijdens verkiezingsdebatten. Zo verwijt hij de VVD dat de partij kil wil saneren en krijgen we met de PvdA volgens Balkenende “Griekse toestanden”. Het CDA probeert hij daartussenin te positioneren als een partij die “verstandig” beleid nastreeft. Hij verzuimt echter aan de kiezer uit te leggen wat dat verstandige beleid precies inhoudt, en vooral: waarom dit beleid verstandiger is.

Aanvaller

In vergelijking met eerdere verkiezingen valt op dat Balkenende veel vaker zelf in de aanval gaat. Bij eerdere campagnes liet hij het vuile werk vooral over aan “pitbull” Maxime Verhagen, en bleef hij zelf meer boven de partijen staan. De aanvallen van Balkenende lijken minder doeltreffend. Dat komt vooral doordat hij de anderen veelvuldig op vrij willekeurige punten lijkt aan te vallen, zonder daarbij aan de kiezer duidelijk te maken waarom dat een belangrijk punt is. Bij het RTL Premiersdebat viel hij zelfs tijdens zijn slotpleidooi vooral andere partijen aan. Waarom je wél op het CDA moet stemmen, liet hij achterwege.

Dát is het grootste verschil tussen de Balkenende van nu en de Balkenende bij eerdere verkiezingen. Hij valt veel meer aan maar verzuimt daarbij zijn eigen verhaal duidelijk te maken aan de kiezer.

Kader: En wat leren we hiervan?

Als je een uitgeschreven toespraak voordraagt, dan komt dat soms onnatuurlijk over. Een speech moet niet alleen mooi geschreven zijn. Het moet ook mogelijk zijn om deze overtuigend voor te dragen.

Gebruik korte zinnen en mijd formeel taalgebruik. Kies woorden en uitdrukkingen die je normaal gesproken ook zou gebruiken. Zo maak je het echt jouw toespraak.

En wat leren we hiervan? Als je ervoor kiest een toespraak helemaal uit te schrijven, schrijf hem dan uit in jouw eigen woorden. Dan kom je veel natuurlijker over!

Dit artikel verscheen vandaag op de opiniepagina van nrc.next.

Geen reacties

Voeg een reactie toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.