3 redenen om steil achterover te slaan van Obama’s digitale strategie
Als je Amerikaan was zou de Obama-campagne weten op wie je stemt, waar je winkelt, wat je leest en wat voor werk je doet. In grote databases heeft de campagne een ongelofelijke hoeveelheid informatie opgeslagen over stemgerechtigde Amerikanen. De tijden dat de campagnes zich alleen afspelen op tv en radio zijn definitief voorbij. Het tijdperk van de digitale campagne is aangebroken en daar heeft President Obama een enorme voorsprong op Mitt Romney. Terwijl Romney aan het vechten was tegen zijn mede-Republikeinen, was Obama aan het werk om de meest geavanceerde digitale campagne ooit op te zetten.
In verkiezingen die beloven nipt te zijn, kan een succesvolle digitale strategie van doorslaggevend belang zijn. Het geeft de campagne meer data. En dat geeft toegang tot geld en stemmen. De campagne weet namelijk precies wie vatbaar is voor welke boodschap. Een 21-jarige bijstandsmoeder krijgt niet dezelfde flyers opgestuurd van de campagne als een gepensioneerde bankmedewerker. Daarnaast weten ze nauwkeurig van elke wijk bij welke huizen ze op verkiezingsdag moeten aanbellen om een lift naar het stembureau aan te bieden. Data is dus cruciaal. Maar wat zijn nou de grootste innovaties van de normaal heel geheimzinnige Obama-campagne?
1. Gratis programmeurs
Een traditionele presidentscampagne heeft veel regionale kantoren door het land waar mensen kunnen komen om bijvoorbeeld als vrijwilliger twijfelende kiezers op te bellen. In Silicon Valley leidde dat ertoe dat duurbetaalde programmeurs die Obama wilde helpen dom werk aan het doen waren terwijl ze nuttige ideeën hadden over hoe ze digitale infrastructuur konden verbeteren. Wat heeft de campagne nu gedaan? In maart hebben ze een zogenaamd Tech Field Office geopend speciaal voor programmeurs in Silicon Valley. Programmeurs kunnen daar even binnenwippen om wat programmeerwerk te doen onder toezicht van de campagne. Het is een innovatieve manier om specialistische kennis van aanhangers te gebruiken en daarmee de digitale voorsprong te vergroten.
2. Tientallen miljoenen vrienden en volgers meer dan Romney
Op Twitter wordt Obama gevolgd door 17 miljoen mensen en op Facebook is hij bevriend met 27 miljoen mensen. Vergelijk dat eens met Romney. De Republikeinse presidentskandidaat wordt gevolgd door slechts een kleine 600,000 mensen op Twitter en heeft 2 miljoen vrienden op Facebook. Het presidentschap zal een groot deel van Obama’s voorsprong verklaren. (Ook ontnuchterend: Britney Spears heeft meer dan een miljoen meer volgers op Twitter.) Toch is het podium dat dit Obama biedt niet te onderschatten. Je kunt er op rekenen dat deze miljoenen ‘vrienden’ de nodige propaganda van de campagne zullen ontvangen. Daarnaast zijn het ook manieren voor aanhangers van Obama om campagne te voeren voor hem. Een boodschap die van vrienden komt, is vaak effectiever in het overtuigen van mensen. Daarnaast biedt dat de campagne ook weer nieuwe data: wie is nog meer te werven als aanhanger?
3. Investeringen in baanbrekende techniek
De campagne heeft veel geld geïnvesteerd in software die er voor zorgt dat hun website goed in beeld komt ongeacht de grootte van het scherm. Dat lijkt misschien klein maar dat is het zeker niet. Het leidt ertoe dat Amerikanen op hun smartphone geld kunnen doneren aan Obama via zijn website, terwijl Romneys site niet dezelfde mogelijkheid biedt. Zegt campagneleider Jim Messina: “Those things are important, because people are busy and people want to help us and they think about — ‘Oh, yeah, I saw the president on TV. I want to give them money. How hard is it?’ ” Nu bijna de helft van de Amerikanen een smartphone heeft, hoopt de campagne dat zo meer mensen een klein bedrag doneren.
Victor Vlam is redacteur van de WarRoom en voerde in 2008 campagne voor zowel Barack Obama als John McCain.
