Lijsttrekkers willen rustige tv-debatten

Lijsttrekkers willen de verkiezingsdebatten dit jaar anders aanpakken dan voorheen. Ze hebben geleerd van fouten uit het verleden. Dat meldt de blog Mediacourant vandaag.

Politieke kopstukken zijn dit jaar iets veeleisender in onderhandelingen over lijsttrekkersdebatten op radio en tv. Ze willen met minder collega-politici tegelijk in debat. Dat zegt politiek verslaggeverJoost Vullings van de NOS op Radio 1. RTL 4 organiseert op 23 mei een debat met vier potentiële premiers en ook MAX komt met een show waarin slechts vier politiek leiders optreden. “Men wil eigenlijk een soort rust. Met zo min mogelijk mensen tegelijkertijd aan het woord komen“, zegt Vullings.

Volgens Vullings hebben de politiek leiders geleerd van de televisiedebatten drie jaar geleden. “Er zijn ook veel partijleiders die met gemengde gevoelens op de vorige campagne terugkijken. Enerzijds riepen ze vaak op tv dat in economisch barre tijden leiderschap gewenst is en vervolgens zag je de potentiële leiders elkaar drie seconden later in de haren vliegen en soms schreeuwen. Dat was toch wel een merkwaardig beeld. Iedereen beseft dat dat nu anders moet.”

De politiek wil nu dus een grotere vinger in de pap hebben bij de organisatie van tv- en radiodebatten. “Je merkt dat ze zich veel meer bemoeien met de opzet van alle verkiezingsdebatten. De lijsttrekkers willen niet meer in situaties terechtkomen waarin je moet vechten om aan het woord te komen. Dat merk je. In de onderhandelingen over lijsttrekkersdebatten wordt anders onderhandeld dan normaal.”

Ik denk dat een rustiger debat de inhoud ten goede komt. Daarom is dit wat mij betreft een positieve ontwikkeling. Net zoals in de Verenigde Staten al jaren wordt gedaan is het legitiem voor de partijen om afspraken te maken over de structuur van het debat, de rol van de gespreksleider (sturend of juist teruggetrokken) en de rol van het publiek (rumoerig of juist stil).

Naar Amerikaans voorbeeld hebben ook de Britse partijleiders voor hun recente verkiezingsdebatten afspraken gemaakt over de vorm van het debat. Dat heeft geleid tot deze 76 afspraken. (Overigens is dat aantal relatief laag vergeleken met Amerika. Sinds Richard Nixon het debat tegen John F. Kennedy verloor door zweetdruppels op zijn voorhoofd worden er zelfs afspraken gemaakt over de maximumtemperatuur van de debatruimte. Zie de uitgelekte afspraken tussen George Bush en John Kerry uit 2004.)

Maar lijsttrekkers mogen nooit afspraken maken over de stellingen. Onafhankelijke nieuwsredacties moeten bepalen welke onderwerpen aan de orde worden gesteld in de debatten. Deze hebben er immers belang bij om kwesties aan te halen die hun kijkers belangrijk vinden. Politieke partijen hebben een ander belang: om over onderwerpen te debatteren waarop zij zich positief kunnen profileren. Veel onderwerpen die zij liever niet bespreken – de EU bijvoorbeeld – kunnen toch van belang zijn voor kiezers bij het uitbrengen van hun stem.

5 reacties

  1. Door Tomas Beerthuis Gepubliceerd op 3 mei 2010

    Ha! Uitstekend! Of liever gezegd: eindelijk. Wat een opluchting om niet meer inspannend te moeten kijken naar de debatten om hopelijk dan toch nog ergens iets inhoudelijks tegen te komen. Afspraken voor lijsttrekkersdebatten zijn hartstikke goed, dan kunnen ze zich tenminste concentreren op de inhoud.

  2. Door Eva Gepubliceerd op 3 mei 2010

    De tendens om de debatten kleinschaliger en daarmee overzichtelijker te maken voor de kiezer, steun ik ten volle. Door het huidige gekrakeel door elkaar en het willekeurige gesmijt met oneliners wordt het voor de kiezer die zijn stem laat afhangen van zo’n debat onvoldoende duidelijk op welke cruciale punten de partijen van elkaar verschillen.
    Wat mij echter wel zorgen baart, is de manier waarop de deelnemers aan het debat worden geselecteerd. De gang van zaken bij RTL ligt voor de hand, maar is principieel onjuist. Door alleen s’de grootsten in de peilingen uit te nodigen, worden de peilingen een selffulfilling prophecy. Hoe meer aandacht, hoe meer stemmen, dat is hoe het werkt in onze mediacratie.
    Daarom geloof ik heilig in een verbetering van de opzet van tvdebatten, waarbij veel meer lijsttrekkers meedoen. Op dat terrein is er nog veel te winnen. Bijvoorbeeld door de politici heldere, controversiele stellingen voor te leggen, waar zij gedwongen enkel ‘ja’ of ‘nee’ op mogen antwoorden. Vervolgens wordt een groepje van enkelen geselecteerd, met een duidelijk tegensrrijdig antwoord.
    Het lijkt me een oplossing waar iedereen het mee eens kan zijn: de tvomroepen, de partijen (inclusief de kleintjes) en vooral: de kiezer.

  3. Door Eric Stam Gepubliceerd op 4 mei 2010

    @ Eva: Het voorleggen van heldere stellingen; nooit een slecht idee. Maar waarom zou dat specifiek het ei van Columbus zijn teneinde heel veel lijsttrekkers op inhoudelijke manier te laten debatteren? Je wilt het liefst dat er, per persoon, nog wat spreektijd over blijft. Dat blijkt vaak tamelijk bepalend voor het karakter van het debat.

    Volgens mij kan dat maar op één manier: meer tijd uittrekken voor televisiedebatten. De NOS heeft dat volgens mij al weleens gedaan, en wel door de lijsttrekkers van kleine partijen vooraf, nog niet prime time, hun eigen debat te gunnen. Pas daarna: de grote partijen. Dat is geen onredelijk compromis, hoewel het de facto nog steeds betekent dat de grote partijen iets meer aandacht en waarschijnlijk dus meer stemmen krijgen.

  4. Door Eva Gepubliceerd op 4 mei 2010

    @Erik
    Toch even een toelichting/nuancering. De vorige reactie heb ik op mijn telefoon getypt, dat ging niet zo soepeltjes, waardoor een aantal punten niet zo helder naar voren komt.

    Wat ik bedoel te zeggen is, dat er uit de huidige televisiedebatten te weinig duidelijk wordt op welke punten de partijen specifiek verschillen. Het debat vliegt naar alle kanten, lijsttrekkers maken veelal algemene opmerkingen (Van Geel), en zijn te weinig profilerend.
    Eén oorzaak daarvan is – inderdaad – de aanwezigheid van te veel debaters per ronde. De chaos nodigt sommige lijsttrekkers uit tot ontwijkingsgedrag:
    Zij leggen niet helder uit wáár zij voor staan, maar blijven hangen in algemene kreten, vaak uit angst om een potentiële kiezer op de teentjes te trappen. Denk maar aan Balkenende. Wanneer naar zijn mening wordt gevraagd, hangt hij vaak een verhaal op van vijf minuten, waarbij het je aan het einde volkomen onduidelijk is wat hij nou vindt, en waarin hij dan bijvoorbeeld anders is dan de ChristenUnie.
    Hieruit volgt de volgende conclusie: probeer een debatformat te ontwikkelen waarbij twee voorwaarden gewaarborgd worden:
    1. Dwing álle lijsttrekkers tot het doen van een heldere uitspraak (Ja/nee of voor/tegen)
    2. Kies vervolgens een selectief groepje, dat nader in debat gaat, en een duidelijk tegenstrijdig antwoord heeft gegeven.
    Wat ik dus propageer is het dwingen tot heldere antwoorden, op stellingen die ook uitnodigen tot een heldere en profilerende keuze.
    Niet stellingen als “De islam is een bedreiging voor Nederland” o.i.d., die geeft alleen Wilders de kans om zijn bekende stokpaardjes nog eens op te lepelen, maar gooit verder de andere partijen, van links tot rechts, op één hoop.
    Vervolgens is het noodzakelijk dat een aantal voor- en tegenstanders over hun vorige ‘ja’/’nee’-antwoord nader in debat gaan. Een korte toelichting is ook niet te vermijden, de kiezer raakt pas echt in de war wanneer blijkt dat zowel VVD als GroenLinks beiden ’tegen’ antwoorden op een stelling die pleit voor het behoud van de basisbeurs.
    Hierbij is een meer nadrukkelijke rol van de gespreksleider gewenst, die het debat kan bijsturen en partijen dwingen tot antwoorden. Vaak heeft het debat de neiging alle kanten op te vliegen, waardoor de kiezer de draad kwijt raakt.
    De tijd is dus niet perse het probleem, het is het onvermogen of de onwil van politici om hun standpunt helder en onderscheidend te brengen. Dat kan best in enkele zinnen, het dwingt hen ook tot de kern te komen. Immers, het verkiezingsprogramma is al lang genoeg 😉

  5. Door Eric Stam Gepubliceerd op 4 mei 2010

    @ Eva: Maar dan zijn we het met elkaar eens!

    Voor televisiemakers dan nog een paar goeie, simpele voorstellen:

    1. Laat (desnoods vooraf geselecteerd) het publiek vragen stellen via een debatleider/moderator. Politici zullen veel minder snel de vraag van een burger gebruiken als een bruggetje voor een eigen punt dan eenzelfde vraag uit de mond van een (sluwe) journalistieke vos. Alternatief: integere debatleiders die politici vertrouwen (omdat ze oprechte stijl hebben van interviewen);

    2. Minder thema’s per debat; niet vijf debatten over vijf onderwerpen, maar vijf debatten met ieder één onderwerp centraal.

    3. Simpele ja/nee-dilemma’s? Twee scenario’s mogelijk. Eén: de dilemma’s zijn direct afgeleid uit partijprogramma’s, dus weet je als gespreksleider precies wat lijsttrekkers gaan antwoorden. Twee: de media probeert politici te ‘verrassen’ met zelfbedacht frame. Op dat moment krijg je onvermijdelijk het gedrag van politici dat ze alsnog de stelling willen nuanceren, weigeren te beantwoorden met een ja of nee enzovoort. Kan de sfeer voor een goed debat / dialoog zelfs negatief beïnvloeden. Dus indien voor deze optie wordt gekozen: laat het vooraf al duidelijk zijn dat, zeg, VVD en D66 op onderwerp X eens even lekker head to head gaan omdat er voorafgaand aan het debat al duidelijke controverse tussenbeide bestond.

Voeg een reactie toe

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.