Lijsttrekkersanalyse #9: Job Cohen
In meerdere opzichten lijkt Job Cohen als debater de tegenpool van Mark Rutte. Regelmatig struikelt de PvdA-leider over zijn woorden, meerdere malen had hij geen goed antwoord paraat en tot overmaat van ramp leek hij ook nog eens te draaien tijdens de verkiezingsdebatten. Tijdens de eerste verkiezingsdebatten werd pijnlijk duidelijk dat Cohen de dynamiek van verkiezingsdebatten onvoldoende beheerst.
Tijdens die debatten veerde Cohen teveel mee met zijn tegenstanders. De oud-burgemeester van Amsterdam begon elke bijdrage met zalvende woorden als “ik ben het met u eens” of “ik begrijp dat…” – zelfs bij de keiharde aanvallen van Geert Wilders. Het leek erop alsof Cohen zich erop had voorbereid elke vraag in drie fasen te beantwoorden: (a) hierover zijn we het eens, (b) over deze punten zijn we het oneens, en (c) dit is waar de PvdA voor staat. Het probleem was echter dat hij door het hoge tempo van de verkiezingsdebatten zelden de kans kreeg om de cruciale derde stap te zetten. Steeds weer liet hij zich afkappen door een andere lijsttrekker of de debatleider, waardoor zijn eigen verhaal totaal niet uit de verf kwam en vooral bleef hangen dat hij de aanvallen van zijn tegenstanders terecht en begrijpelijk vond.
Hoe kon dit gebeuren?
Hoe kon dit gebeuren met iemand die zoveel politieke ervaring heeft? Menigeen verklaarde het door te stellen dat de oud-burgemeester niet gewend was aan een stevig weerwoord. Maar ook in zijn vorige functie moest Cohen regelmatig zijn beleid verdedigen na harde kritiek, wat hem meestal goed af ging. Wat maakte deze verkiezingsdebatten zo anders?
Verkiezingsdebatten zijn de lastigste debatten die er zijn, nog los van de extra spanning die erbij komt kijken. Je wordt gedwongen om razendsnel tot de kern te komen. Voor omtrekkende bewegingen is geen ruimte. Continu is daar de voortdurende strijd tussen deelnemers om schaarse spreektijd. Ook stond voor Cohen niet langer alleen zijn eigen beleid centraal in de discussie. Want als bestuurder bepaalde hij de agenda, terwijl hij als lijsttrekker moet concurreren met collega’s die bijzonder vaardig zijn in het agenderen van hun eigen voorstellen. Cohen liet zich verrassen door deze totaal nieuwe dynamiek en bleek niet in staat zijn punten kort en krachtig uit te leggen én te reageren op de bijdragen van anderen.
Het verklaart mede waarom de eerste verkiezingsdebatten voor Job Cohen zo slecht uitpakten. Het hoeft niet zo’n probleem te zijn als je tijdens een verkiezingsdebat niet alle cijfers paraat hebt. Maar Cohen kwam er niet aan toe om uit te leggen waarom dit specifieke cijfer eigenlijk niet zo belangrijk was. En ook een verandering van inzicht of programma hoeft niet problematisch te zijn. Maar Cohen verzuimde door het snelle tempo van het debat uit te leggen wat de reden achter die verandering was.
Zichtbare verbetering
Sinds het één-op-één debat met Rutte bij televisieprogramma Het Lagerhuis is een kentering zichtbaar. In een discussie over afschaffing van de hypotheekrenteaftrek kwam Rutte met de beschuldiging dat Cohen ook gewone gezinnen “aan alle kanten” zal raken. Cohen reageerde deze keer niet door te stellen dat hij het daarmee eens was of de aanval begreep, maar kwam direct met een afwijzing: “Nee, daar is geen sprake van.” Hij vervolgde door zijn beleid neer te zetten als een sociale maatregel: “Door meer te vragen van de hoge inkomens zijn we vervolgens in staat om de belasting voor middeninkomens te verlagen.” Zo greep hij eindelijk een aanval aan om het PvdA-geluid over het voetlicht te brengen. En eindelijk leek hij grip te krijgen op de snelle dynamiek.
Daarmee wordt hij een debater om rekening mee te houden. Met zijn lage en rustige stem en de serieuze blik in zijn ogen heeft hij een betrouwbare en integere uitstraling. Kaarsrecht staat hij achter het katheder. En de aanvankelijk wat norse en strenge houding weet hij te relativeren met zelfspot, waardoor hij sympathiek overkomt.
Als Cohen deze lijn vanavond bij het NOS lijsttrekkersdebat weet door te zetten dan is hij als debater niet langer de tegenpool van Rutte, maar zowaar een geduchte concurrent.
Kader: En wat leren we hiervan?
Net zoals Job Cohen mag ook jij best van mening veranderen. Als je echter niet goed uitlegt waarom, dan komt jouw verandering van standpunt al snel over als opportunisme. En wie met alle winden meewaait, verliest geloofwaardigheid. Dán overtuig je natuurlijk niemand!
En wat leren we hiervan? Leg altijd goed uit waarom je van mening bent veranderd. Laat zien hoe veranderende omstandigheden je tot nieuwe inzichten hebben gebracht. Want als de omstandigheden veranderen, is het heel logisch dat jouw mening ook verandert.
Deze analyse verscheen vandaag op de opiniepagina van nrc.next.
Geen reacties