Romneys ultieme blunder: hij beledigde zijn eigen kiezers

Tijdens een bijeenkomst met rijke geldschieters liet Mitt Romney zich ontvallen dat 47 procent van de Amerikanen nooit op hem zal stemmen. Ze teren op de staat, nemen geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor hun lot en betalen geen federale inkomstenbelasting. Dat was de redenering van Romney. Niet alleen is deze redenering politiek bijzonder onhandig, hij is ook nog eens onjuist. Een gekke ironie van de Amerikaanse politiek is dat arme en onbevoorrechte Amerikanen juist vaker Republikeins stemmen dan je zou verwachten. Waarom stemmen deze mensen niet in hun eigen belang?

We zijn geneigd om politiek te bekijken als een klassenstrijd tussen arm en rijk. De armen stemmen op de partij die de steun heeft van de vakbonden en die voor inkomensnivellering pleit want dat is in hun voordeel. In Amerika is dat de Democratische partij. Maar dat strookt niet met de feiten. Een groot deel van de armere Amerikanen stemt op de Republikeinen, de partij die meerdere belastingverlagingen heeft doorgevoerd voor de hogere inkomens en grote bedrijven steunt. De staten met het laagste gemiddelde inkomen – denk aan West Virginia, Mississippi en Arkansas – zijn de staten waar Republikeinen het meest dominant zijn. Dat zijn dus de staten met veel mensen die geen inkomstenbelasting betalen. Volgens The New York Times heeft Romney in deze staten een voorsprong van 15 procent of (veel) meer in de peilingen. Wat is hier aan de hand?

Pact tussen fiscaal conservatieven en sociaal conservatieven
Sinds de jaren zestig hebben de Republikeinen een effectieve strategie ontwikkeld om grote groepen onbevoorrechte kiezers aan zich te binden. De Republikeinse partij bestaat uit een coalitie van fiscaal conservatieven en sociaal conservatieven. Fiscaal conservatieven willen vooral een kleinere overheid: minder belasting en minder regelgeving. Sociaal conservatieven willen Amerika terugbrengen naar het ideaalbeeld van hoe Amerika zogenaamd ooit was. Abortus is daar niet toegestaan, de christelijke God staat in het midden van de samenleving en de voordeur hoefde je eigenlijk niet op slot te doen.

Republikeinen buiten de sociale onderwerpen uit om een meerderheid te krijgen voor de fiscale onderwerpen. Conservatieven Republikeinen spreken nauwelijks nog over hoe armen er financieel bovenop kunnen komen. Ze spelen op een andere manier in op het gevoel van achterstand dat arme Amerikanen doorgaans hebben. Het veranderende Amerika is de schuld van hun achterstand. De boodschap aan de kiezer is feitelijk: als Amerika nog zo was als vroeger, zat jij niet in deze positie. Dit is dus de culture war waarover vaak wordt gesproken.

Economische onderwerpen winnen altijd
Het zure voor deze kiezers is dat na de verkiezingen de economische belangen het altijd winnen van de sociaal-culturele onderwerpen. Er is veel over abortus gedebatteerd maar het wordt nooit verboden. Ook over immigratie wordt veel gesproken maar het wordt niet of nauwelijks beperkt. Belastingverlagingen voor bedrijven daarentegen hebben aan de lopende band plaatsgevonden. Uiteindelijk zijn de kiezers met lage inkomens dus slechter af door te stemmen op de Republikeinen.

Om dit uit te leggen aan hun kiezers wijzen conservatieve politici altijd naar de “liberal elite”.  De gewone man is nederig, eerbiedig, vriendelijk, vrolijk en loyaal. De liberal elite is het tegenovergestelde. Ze vinden zichzelf intelligent en kijken neer op de gewone man. Conservatieve politici werpen deze stroman op om de schuld af te schuiven voor hun eigen onvermogen vooruitgang te boeken op sociaal-culturele onderwerpen. Ook al hebben Republikeinen in sommige jaren de macht in handen van alle drie de takken van de Amerikaanse overheid, toch blijven ze zich presenteren als slachtoffers van de liberal elite.

Klassenstrijd tussen elite en gewone man
Daarmee wordt ook meteen duidelijk dat er nog steeds een klassenstrijd wordt gevoerd. De inzet ervan is niet economisch maar de waarden en identiteit van de Amerikanen. Arme Amerikanen verwijten dus niet werkgevers dat ze hen te weinig betalen. Arme Amerikanen verwijten de liberal elite dat ze neerkijken op het echte Amerika en hun macht misbruiken om Amerika te herscheppen naar hun eigen wereldbeeld.

Deze theorie werd voor het eerst opgeschreven door de journalist Thomas Frank in het veel gelezen en geprezen boek What’s the matter with Kansas? Hoewel Mitt Romney het kennelijk niet heeft gelezen, is dat wel het geval voor Barack Obama. Toen de President in 2008 een vergelijkbare blunder als Romney beging, verwees hij naar het werk van Frank.

Tijdens een bijeenkomst met geldschieters zei Obama over arme Amerikanen: “And it’s not surprising then that they get bitter, they cling to guns or religion or antipathy to people who aren’t like them or anti-immigrant sentiment or anti-trade sentiment as a way to explain their frustrations.” Hij verontschuldigde zich direct nadat de opmerkingen openbaar werden gemaakt, maar bleef wel achter zijn oorspronkelijke opmerkingen staan. Net zoals Romney beledigde Obama met zijn oorspronkelijke uitspraak een grote groep kiezers. Maar in tegenstelling tot Romney waren het in ieder geval niet zijn eigen kiezers.

Victor Vlam is redacteur van de WarRoom en voerde in 2008 campagne voor zowel Barack Obama als John McCain.

Foto CC: wtl photography

6 reacties

  1. Door QuiQui Gepubliceerd op 19 september 2012

    In Nederland is natuurlijk de afgelopen jaren geprobeerd dezelfde truc uit te halen met het woord ‘elite’, een zogenaamde slempende, feestende bende die nog nooit een bedrijf van binnen heeft gezien maar wel zuurverdiend janmetdepetgeld verbrast aan ‘kunst’ en ‘subsidies’.

    Alleen: als je iemand vraagt te definiëren uit welke mensen die illustere elite nou precies bestaat, krijg je steeds een ander antwoord, omdat iedereen er zijn eigen favoriete boosdoener op projecteert: ‘miljonairs in het Gooi’, ‘hoogopgeleide linkse Grachtengordelbewoners’, ‘die lui in Den Haag’, ‘studenten met moeilijke brillen’, ‘Wassenaarse hockeytokkies’, ‘de Bilderberggroep’.

    Iedereen die het woord elite als scheldwoord gebruikt, zou erop gewezen moeten worden dat hij/zij zich een vuurspuwende draak in een grot heeft laten aansmeren: niemand heeft hem ooit gezien, maar je kunt hem horen grommen als het onweert.

  2. Door KMN Gepubliceerd op 19 september 2012

    Wat dacht je van het gros van de Europarlementariers? Geld opstrijken voor vergaderingen die ze niet bijwonen, het declareren van van alles en nog wat.

    Doe er lacherig over als je wilt, in de VS is het spelletje toch al voorbij. Bernanke heeft unlimited quantitative easing aangekondigd en als je wil weten wie de echte zogeheten ‘elites’ zijn hoef je alleen maar te kijken naar wie vastgoed, metalen, ‘real assets’ koopt met al dat gratis geld. Dan kom je uit op zes banken en hun bestuurders.

    De aangekondigde bankenunie in Europa gaat precies hetzelfde doen. Dat is het mooie van ‘soft tyrany’. Zolang iedereen nog een Iphone5 heeft of een Ipad7 is iedereen die ervoor waarschuwd een doemdenker of een samenzweringsidioot.

    Er is geen elite. Mensen met geld en macht komen nooit bijeen om plannen te maken. Dat gebeurd gewoon niet en je bent een dwaas als je het coglomeraat van grote overheid en grote bedrijven wantrouwd.

  3. Door bierneus Gepubliceerd op 19 september 2012

    Victor, bovenstaande thoerie is mogelijk (mobiliseer soiaal conservatieven om fiscaal conservatief programma er door te drukken), maar ik vind het wat cynisch. Ook gaat het (een beetj hautain) uit van onvermogen aan de kant van de armen om zulke trucs te doorzien.
    Ik heb een andere, positievere, theorie: wellicht stemmen die armen wel degelijk in hun eigen belang, maar hebben een meer lange termijn visie dan wordt aangenomen.
    Een denkende arme zal inzien dat om uit de armoede te komen een eigen inkomen beter is dan op kosten van een rijkere te leven. Principieel een betere keuze dan anderen te dwingen (via belastingen) jou een inkomen te geven, maar ook praktisch: op andermans zak leven voegt niets toe aan de welvaart van een land en op termijn wordt iedereen daar armer van.

    Waar ik het wel mee eens ben is dat een boel van de armere republiekijnse kiezers sociaal conservatief zijn. Een van de mij meer aansprekende conservatieve waarden is: je lost je eigen sores op; hand ophouden bij de staat is voor losers. Wellicht dat dit ook meespeelt.

    Aardig is trouwens dat de opmerking van Romney in Nederland heel duidelijk correct is: hier zie je een duidelijke correlatie tussen armoede/uitkeringsgebieden en PvdA/SP gebieden (en tussen meer welvarende gebieden en VVD percentages).

  4. Door Peter Kraus Gepubliceerd op 19 september 2012

    “Waarom stemmen deze mensen niet in hun eigen belang?”

    Aan deze vraag ligt dezelfde denkfout ten grondslag als aan het boek ‘What’s the Matter with Kansas’. Men kan niet zondermeer bepalen wat het belang van anderen is, en met een in essentie marxistisch-materialistische benadering van het verschijnsel komt men er niet.

    Sociaal-conservatieven, veelal christenen die ondermeer tegen abortus en homohuwlijk zijn, vormen ongveer 25% van de Republikeinse achterban. Van de groep witte blue-collar workers stemt ongeveer 65-70% Republikeins, en dit percentage wordt nog gedrukt door het grote verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen stemmen namelijk vaker op Democraten. De presidentsverkiezingen van 2008 waren een uitzondering omdat Senator McCain toen slechts 52$ van de stemmen van blue-collar workers kreeg (Obama: 46%), maar in bij de midterm elections van 2010 was het verschil weer 30%.

    Die groep van blue-collar workers stemt niet Republikeins omdat het sociaal-conservatieven zijn. Sociaal-conservatieven behoren overwegend tot de wat hogere inkomens. Blue-collar workers zijn echter sterk culturalistisch ingesteld, en dat is de reden dat ze Republikeins stemmen. Dat culturisme heeft veel te maken met de Amerikaanse traditie en de beginselen van de Amerikaanse revolutie. Het valt soms samen met sociaal-conservatisme, maar is wezenlijk anders. Liberals en West-Europeanen hebben grote moeite dit verschijnsel te begrijpen.

    David Paul Kuhn geeft in zijn boek ‘The Neglected Voter’ een uitstekend overzicht. In tegenstelling tot Thomas Frank, de auteur van ‘What’s the Matter with Kansas’ begrijpt hij het fenomeen wel. In de U.S. had men in de jaren ’80 de ‘Reagan Democrats’, een grote groep die zich na de jaren ’60 en ’70 niet langer thuis voelde bij de Democraten. Blanke mannen, lagere middenklasse, woonachtig in de suburbs, en oorspronkelijk de harde kern van het Democratische electoraat. De Democatische Partij was in die jaren een vergaarbak geworden van subsidie-minnende belangengroepen, zoals vrouwen, minderheden en immigranten. De lagere middenklasse had er weinig meer te zoeken. Hun hang naar een kleine en minder bemoeizuchtige overheid en naar ‘law and order’ werd door de Democratische intelligentia gezien als de beginfase van fascisme. In 1980 hadden ze er genoeg van en liepen ze en masse over naar de republikein Reagan. Ze kwamen nooit meer bij de Democraten terug.

    Het werd niet gezien. Niet door de media en de linkse intelligentia. Zij moesten lachen om de paljas Reagan. Hun vraag was: Waarom doet Reagan het zo slecht bij vrouwen. Hun vraag was niet: Waarom doet hij het zo goed bij mannen. De lagere middenklasse-man werd een belachelijke karikatuur, monkelende Archie Bunkers, scheldend op feministen en linkse Democraten. Maar ook de Archie Bunkers gaan stemmen. Zoals Kuhn schrijft: ‘Progressieve mensen denken dat ze er zijn voor de arbeiders, terwijl de blanke werker gelooft dat de progressieve cultuur hem alleen maar tegenwerkt. In de politiek is er een groot verschil tussen hulpbehoevenden en de toegesprokenen, en dat verschil wordt door Democraten en West-Europeanen niet onderkend. De toegesprokenen zitten niet de wachten op steun van de overheid. Zij willen in de eerste plaats zichzelf redden en zien overheidssteun niet als positief. Ze zijn vaak allergisch voor multiculturalisme, affirmative action, amnestie voor illegalen, feministen die gratis anti-conceptie eisen, en nog veel meer.

  5. Door Peter Kraus Gepubliceerd op 19 september 2012

    “De gewone man is nederig, eerbiedig, vriendelijk, vrolijk en loyaal. De liberal elite is het tegenovergestelde.”

    Misschien is dat de reden waarom mevrouw Moenaff de mensen op de Republikeinse Conventie veel aardiger vond dan die op de Democratische Conventie? Ik heb overigens dezelfde ervaring, en mijn ervaring is uiteraard veel uitgebreider dan die van mevrouw Moenaff.

  6. Door QuiQui Gepubliceerd op 19 september 2012

    Overigens geestig dat de opname van Romneys toespraak door een kleinzoon van Carter naar buiten is gebracht, niet?

Laat een antwoord achter aan Peter Kraus Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.